Het Nederlands recht bestaat uit een grote hoeveelheid wetgeving en rechtspraak. Deze wetgeving en rechtspraak kan onderverdeeld worden in een aantal categorieën. Deze categorieën worden ook wel rechtsgebieden genoemd. In dit artikel vertellen we je alles over drie van de bekendste rechtsgebieden: het burgerlijk recht – ook wel het civiel recht genoemd -, het bestuursrecht en het strafrecht.
Wat is burgerlijk recht of civiel recht?
Het burgerlijk recht behoort tot het privaatrecht. Dit betekent dat de regels van dit rechtsgebied betrekking hebben op burgers en bedrijven. In een civiele zaak staan dus ofwel twee burgers tegenover elkaar, ofwel twee bedrijven, ofwel één burger en één bedrijf. De regels van het burgerlijk recht gelden dus niet voor de overheid!
Burgerlijk Wetboek
De belangrijkste regels van het burgerlijk recht kun je vinden in het Burgerlijk Wetboek. Het Burgerlijk Wetboek bestaat uit tien losse wetboeken, die elk een afzonderlijk deel van het burgerlijk recht behandelen. Zo gaat boek 1 bijvoorbeeld over familierecht. Hier vindt je bijvoorbeeld regels over het huwelijk en de echtscheiding. Boek 6, 7 en 7a gaan over het verbintenissenrecht.
Hier vindt je onder andere regels over koopovereenkomsten. Als een verkoper iets heeft verkocht aan een klant, maar deze klant vervolgens weigert te betalen, kan de verkoper in deze boeken nalezen wat voor rechten hij heeft. Als de verkoper en de koper er samen niet uitkomen, kan de verkoper ervoor kiezen om een civiele rechtszaak te beginnen.
De rechterlijke toetsing
Als je 18 jaar of ouder bent, kun je zelf een civiele rechtszaak beginnen. Als je nog niet meerderjarig bent, moeten je ouders dat in beginsel doen. In een civiele rechtszaak staan twee partijen tegenover elkaar. Deze partijen zijn gelijkwaardig: ze moeten allebei bewijs leveren om hun standpunt te onderbouwen. De rechter beslist vervolgens welke partij zijn standpunt het best onderbouwd. Deze partij wint de procedure.
In feite staan beide partijen bij de start op 0-0. Het is aan beide partijen om het bewijs van hun stellingen te leveren. Degene die zijn stellingen het best bewijst wint de procedure. In het schema hieronder is dat ook weergegeven. Het streepje staat in het midden. Partij A levert de meeste/beste bewijzen en wint de procedure. Belangrijk om te onthouden is dat beide partijen op gelijke voet aan de procedure beginnen.
Wat is bestuursrecht?
Het bestuursrecht behoort, in tegenstelling tot het burgerlijk recht, tot het publiekrecht. Dit betekent dat het bestuursrecht de verhouding regelt tussen de overheid enerzijds en burgers en bedrijven anderzijds. De regels van het bestuursrecht gelden echter niet voor alle onderdelen van de overheid: het bestuursrecht ziet enkel op bestuursorganen.
Een bestuursorgaan is, kort gezegd, een orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon. Voorbeelden van publiekrechtelijke rechtspersonen zijn de gemeente en de provincie. De organen van de provincie (bijvoorbeeld de Provinciale Staten) en de gemeente (bijvoorbeeld de gemeenteraad en de burgemeester) kunnen dus als bestuursorganen worden aangemerkt.
Vrij om te handelen tenzij verboden door de wet
Een burger of bedrijf is vrij om te handelen, tenzij de wet dit verbiedt. Voor een bestuursorgaan geldt het omgekeerde: een bestuursorgaan mag alleen handelen als de wet dit toelaat. Het bestuursrecht geeft precies aan wat bestuursorganen wel en niet mogen doen. Het bestuursrecht geeft vooral regels over het nemen van besluiten, bijvoorbeeld de beslissing om een vergunning al dan niet te verlenen.
Algemene wet bestuursrecht
De belangrijkste regels van het bestuursrecht staan in de Algemene wet bestuursrecht. In deze wet staat bijvoorbeeld hoe een bestuursorgaan besluiten moet voorbereiden en bekendmaken. Ook geeft deze wet aan binnen welke termijn het bestuursorgaan een besluit moet nemen.
Als een betrokken burger of bedrijf (ook wel een belanghebbende genoemd) niet tevreden is met een besluit van het bestuursorgaan, kan deze belanghebbende bezwaar maken tegen het besluit. Het bestuursorgaan zal zijn besluit dan heroverwegen. Als de belanghebbende het oneens is met de beslissing van het orgaan op het bezwaar, kan de belanghebbende hiertegen in beroep gaan. De zaak komt dan voor de bestuursrechter.
Zie ook: Bezwaar maken tegen een dwangsom, hoe werkt dit?
De rechterlijke toetsing
De bestuursrechter gaat er in beginsel vanuit dat het overheidsorgaan juist heeft gehandeld. Het is aan de belanghebbende om aan te tonen het bestuursorgaan geen gelijk heeft. De bewijslast ligt dus op de belanghebbende. Om te bepalen of de belanghebbende het bij het rechte eind heeft, zal de rechter de volgende twee vragen beantwoorden:
- Is het overheidsbesluit in strijd met een wettelijk voorschrift?
- Is het overheidsbesluit kennelijk (= klaarblijkelijk) onredelijk?
Wat is strafrecht?
Het strafrecht regelt, net zoals het bestuursrecht, de verhouding tussen de overheid enerzijds en burgers en bedrijven anderzijds. Ook het strafrecht behoort dus tot het publiekrecht. Het strafrecht geeft aan welke gedragingen in ons land verboden zijn. Deze gedragingen worden strafbare feiten – of delicten – genoemd. Een voorbeeld van een strafbaar feit is diefstal. De strafbare feiten worden onderverdeeld in twee categorieën: misdrijven en overtredingen. Misdrijven zijn over het algemeen ernstiger dan overtredingen.
De burger vervolgen
Als een burger of bedrijf toch een strafbaar feit begaat, kan de overheid (het Openbaar Ministerie) ervoor kiezen om de burger of het bedrijf te vervolgen. Dit betekent dat de burger of het bedrijf voor de strafrechter moet komen.
Als strafrechter beslist dat de burger of het bedrijf inderdaad schuldig is aan het strafbaar feit, kan er een sanctie worden opgelegd. Welke sanctie kan worden opgelegd, is afhankelijk van het strafbaar feit. De bekendste sancties zijn de gevangenisstraf, de taakstraf en de geldboete.
Grote gevolgen voor burgers en bedrijven
Het strafrecht kan dus enorme gevolgen hebben voor burgers en bedrijven: een burger of bedrijf dat de strafwet overtreedt, kan immers geconfronteerd worden met een grote geldboete of zelfs een gevangenisstraf. Het is daarom belangrijk dat burgers en bedrijven precies kunnen weten welke gedragingen verboden zijn – alleen dan kan men immers zijn of haar gedrag aanpassen aan de strafwet.
Om die reden moeten de strafbare feiten en de bijbehorende sancties in de wet omschreven staan. De wetgever is verplicht om dit zo duidelijk en precies mogelijk te omschrijven. Je kunt de strafbare feiten en de bijbehorende sancties terugvinden in het Wetboek van Strafrecht.
De rechterlijke toetsing
Als het Openbaar Ministerie een burger of bedrijf ervan verdenkt schuldig te zijn aan een strafbaar feit, kan het Openbaar Ministerie ervoor kiezen deze burger of dit bedrijf te vervolgen. De burger of het bedrijf moet dan voor de strafrechter verschijnen. De strafrechter gaat er in beginsel van uit dat de burger of het bedrijf onschuldig is. Om die reden wordt de burger of het bedrijf aangeduid als ‘verdachte’, en niet als ‘dader’. Het is aan het Openbaar Ministerie om te bewijzen dat de verdachte schuldig is. De regels omtrent deze procedure en de manieren waarop het Openbaar Ministerie bewijs kan verzamelen, kun je terugvinden in het Wetboek van Strafvordering.
Conclusie
Het burgerlijk recht, het bestuursrecht en strafrecht nemen allen een belangrijke plek in ons rechtssysteem in. Deze rechtssystemen kunnen op de volgende manieren van elkaar worden onderscheiden.
- Het burgerlijk recht ziet op de relatie tussen burgers en bedrijven onderling. Het burgerlijk recht geldt dus niet voor de overheid.
- Het bestuursrecht en het strafrecht ziet op de relatie tussen de overheid enerzijds en burgers en bedrijven anderzijds. Het bestuursrecht geeft aan wat bestuursorganen wel en niet mogen doen in hun omgang met burgers en bedrijven. Het strafrecht geeft aan welke gedragingen verboden zijn voor burgers en bedrijven.
Even voorstellen
Mijn naam is Joost Jaspers. Ik ben als advocaat gespecialiseerd in Frans Recht en overheidsrecht. Het betekent dat ik je kan helpen wanneer:
- je een conflict hebt met de gemeente of een andere overheidsinstelling
- je tegen juridische problemen aanloopt in Frankrijk en op zoek bent naar een specialist in Frans Recht.
Ik ben gevestigd als advocaat in Brabant, maar actief in heel Nederland. Vanuit mijn kantoor in Gilze-Rijen (tussen Tilburg en Breda) help ik met mijn klanten in heel Nederland (en steeds vaker ook in Frankrijk). Meestal werk ik op kantoor, maar communiceren kan via telefoon, e-mail of online. De moderne technieken stellen me in staat een beeld te krijgen van elke situatie in Nederland. Afspraken op locatie blijven natuurlijk altijd mogelijk.
Gerelateerde informatie
Heb je deze artikelen al gelezen:
- Wat is de geschillenregeling in relatie tot de bijstandsverzekering?
- Second opinion bij conflict met de gemeente (overheidsrecht of bestuursrecht)
- Second opinion en de rechtsbijstandverzekering: hoe werkt het?
Contact
Heb je vragen neem gerust contact met mij op.